Het team van ESM-Maastricht bestaat uit pioniers van het onderzoek naar variatie in gedrag, gevoelens, perceptie en gedachten bij bepaalde lichamelijke en mentale klachten. We willen graag weten hoe we die variatie tussen mensen en binnen dezelfde persoon over de tijd kunnen begrijpen. Het gaat daarbij om mensen die problemen of klachten ervaren in hun dagelijkse leven. Kunnen we klachten van moment tot moment, in een reële omgeving en op een betrouwbare manier meten? En kunnen we de meetresultaten concreet gebruiken om klachten aan te pakken of zelfs te voorkomen? ESM helpt ons hierbij.
De Experience Sampling Methode (ESM) is een onderzoeksmethode die de
mogelijkheid biedt om symptomen, stemming, cognitie en gedrag te meten
in het dagelijks leven. We maken daarbij gebruik van korte vragenlijsten
die iemand op willekeurige momenten van de dag invult. De informatie uit
deze herhaalde momentopnamen geeft inzicht in het dagelijks leven van
een persoon gedurende een bepaalde periode. De methode doet nauwelijks
beroep op iemands langetermijngeheugen dat bij iedereen onder normale
omstandigheden vertekend is en soms door psychopathologie aangetast kan
zijn.
Andere termen voor ESM en aanverwante dataverzamelingsmethoden zijn
onder andere 'ecological momentary assessment’, ‘ambulatory assessment’,
‘beeper studies’, ‘ the structured diary method’, ‘intensive
longitudinal assessment’, en ‘real-time data capture’.
Uit onderzoek blijkt dat meer verantwoordelijkheid van de patiënt voor de eigen behandeling (bijvoorbeeld patiënten die hun eigen suikerspiegel meten en vervolgens zelf beslissen over medicatie) leidt tot betere behandelresultaten en meer therapietrouw. Eigen regie kan het beste in je eigen leefwereld; eHealth of mHealth applicaties kunnen hierbij helpen. Deze zorgvernieuwing moet ertoe leiden dat patiënten steeds meer autonoom worden en mede regie nemen in hun eigen behandeling. Dit is de kern van een nieuwe persoonlijke hulpverlening die uitgaat van het individu en mensen in hun kracht zet.
Een van de kernproblemen in de psychische hulpverlening is dat we te
sterk de focus hebben gelegd op oplossingen in het hoofd van mensen. Te
weinig aandacht is uitgegaan naar het belang van een betekenisvolle
context en de eigen leefwereld. Ondertussen is door de positieve
gezondheid beweging duidelijk geworden dat optimale hulpverlening erop
gericht is dat mensen hun doelen in het leven weten te realiseren.
Mentale gezondheid gaat voorbij symptoomvermindering en betreft 6
domeinen: psychische en somatische symptoomvermindering (samen
symptoomreductie), dagelijks leven functioneren en participatie (samen
sociale integratie) en zingeving en kwaliteit van leven (samen
persoonlijk herstel). Vaak moeten interventies op diverse domeinen
gepland worden. De effecten van deze interventies kunnen onderling
uitwisselbaar zijn (zo kan een beter sociaal netwerk of fysieke
gezondheid resultaten bieden op symptoomniveau).
De domeinen van positieve gezondheid onderstrepen het belang van het
dagelijkse leven. En om coaching te bieden voor een beter dagelijks
leven, is individuele informatie over de leefsituatie nodig. Iets wat
moeilijk te verkrijgen is met klassieke beoordelingsinstrumenten
(interviews en retrospectieve vragenlijsten). Dit vraagt om een
paradigmatische verschuiving in de zorg. Onderzoek moet de zorg
verbeteren. Moderne hulpverlening heeft beoordelingsstrategieën van het
dagelijks leven nodig. En deze methoden moeten kwalitatief hoogstaand
zijn en aan het veld beschikbaar worden gesteld. Dat is onze missie!
Het onderliggende idee van ESM is niet nieuw; het vormt de basiskennis
in de psychologie. Menselijk gedrag, emoties, gedachten en waarnemingen
worden voor elke persoon medebepaald door iemands genen, de
omstandigheden waarin iemand leeft en de ervaringen die iemand opdoet.
Omdat genen en levenservaringen voor één individu stabiel zijn, kunnen
variaties in de tijd het best begrepen worden door zicht te krijgen op
de wisselende omstandigheden van moment tot moment. De omstandigheden
doen ertoe en dit maakt het dagelijkse leven van individuen belangrijker
dan de gemiddelde stemming van een groep of gedrag onder
gestandaardiseerde omstandigheden. Meten daar waar klachten voorkomen en
onder reële omstandigheden noemen we ecologisch relevant.
In de geschiedenis van de psychologie zijn er steeds moeilijkheden
geweest om 1) te observeren in betekenisvolle situaties (het dagelijkse
leven) zonder de natuurlijke dynamiek daar te verstoren en 2) een
kwalitatief betere informatiebron te hebben dan de klassieke herinnering
van subjecten. Beiden zijn nodig om de natuurlijke variabiliteit van
gedrag, emoties, gedachten en percepties in kaart te brengen.
Het centrale inzicht van ESM is dat de dataverzameling niet
retrospectief (‘hoe voelde je je de afgelopen weken of hoe voelde je je
gisteren en wat waren de omstandigheden toen’), maar prospectief en
herhaald (‘hoe voel je je nu en waar ben je, met wie en wat doe je’)
gebeurt. De basisobservatie wordt een representatieve steekproef van
momenten, waarbij een geluidsignaal aangeeft wanneer een vragenlijst
geregistreerd moet worden.
De methode werd tussen 1975 en 1985 onafhankelijk van elkaar ontwikkeld
door Csikszentmihalyi en Larson (ontwikkelingspsychologie, positieve
psychologie), Massomini (cross-culturele psychologie), Reis
(persoonlijkheidspsychologie), Stone en Shiffman (behavioral medicine)
en De Vries en Delespaul (psychopathologie). Al deze pioniers hebben
enkele maanden in Maastricht doorgebracht. Hierdoor werd Maastricht een
referentiecentrum voor de ESM-methode en voor jaren het belangrijkste
onderzoekscentrum in de ecologische psychiatrie. Over de jaren leverde
dit meer dan 40 PhD dissertaties en 200 internationale PubMed
publicaties op; 8 hoogleraren danken hun wetenschappelijke carrière
voornamelijk aan hun ESM-onderzoek in Maastricht.